Gisteren stond ik voor het bankkantoor, fiets aan de hand, vertrekkensklaar. Net op het moment dat ik mijn fiets vooruit wil duwen, komt een dame haastig voorbij. We botsen net niet. De haastige dame verontschuldigt zich snel.  “Niet erg”, zeg ik, “ik heb tijd”. Ze lacht ongemakkelijk, weet duidelijk niet wat ze er moet van denken. Wellicht beantwoordt mijn reactie niet helemaal aan haar verwachtingen.

Als om mijn woorden kracht bij te zetten, draai ik prompt mijn fiets in de andere richting. Tijdens het uitspreken van “ik heb tijd”, heb ik beslist dat ik niet de kortste weg naar huis neem maar me bij dit zomerse weer nog trakteer op een groen ommetje langs de Damvallei.

Ondertussen duwt de haastige dame de bankdeur open en kijkt me nog eens aan alsof ik van een andere planeet kom. Ik beloon haar met een glimlach.

Goedgezind spring ik mijn fiets op het groen tegemoet. Voorbij het natuurgebied staat een verkeersbord dat me duidelijk maakt dat er wegenwerken aan de gang zijn. ‘HIER TRAAG’ gebiedt het bord me. Hoewel geen werkman in de buurt te bespeuren, volg ik de oproep braaf op. Misschien hebben we meer van deze verkeersborden nodig.

“Niet erg”, zeg ik, “ik heb tijd”
Getagd op:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

2 × drie =